De luchtgeluidsisiolatie tussen twee ruimtes geeft aan hoe sterk het geluid verzwakt wordt wanneer het zich van de ene naar de andere ruimte voortplant. Hierbij is er geen directe excitatie van de structurele elementen van het gebouw door de geluidsbron (door direct contact zoals bv. bij impactgeluiden), maar zullen de geluidsgolven zich eerst door de lucht van de zendruimte bewegen. Voortplanting van de zendruimte naar de ontvangstruimte kan zich dan voordoen via structurele elementen van het gebouw (via wanden, vloer of plafond), maar ook via zogenaamde akoestische lekken zoals bijvoorbeeld spleten of kieren onder deuren, slecht afgedichte doorvoeren van kabels of buizen of stopcontacten in de muur. In sommige gevallen kunnen deze akoestische lekken zelfs de volledige performantie van de geluidsisolatie domineren, ook al zijn de structurele elementen zelf van zeer goede kwaliteit.
Wanneer de luchtgeluidsisolatie tussen zend- en ontvangstruimte ter plaatse opgemeten wordt, en dus alle mogelijke manieren van geluidsvoortplanting voor die specifieke situatie mee in rekening gebracht worden, wordt deze uitgedrukt door het gestandaardiseerd niveauverschil DnT. De procedure om deze parameter op te meten wordt vastgelegd door de ISO 16283-1 standaard [3.1]. Hierbij wordt in de zendruimte een omnidirectionele geluidsbron opgesteld die een testsignaal uitstuurt en het geluidsdrukniveau wordt op verschillende plaatsen in de zendruimte en ontvangstruimte gemeten. Het verschil van beide wordt gecorrigeerd met de nagalmtijd van de ontvangstruimte om te compenseren voor de reflecties in die ruimte.
Deze waarde is afhankelijk van de beschouwde frequentieband. Om een meer eenvoudige vergelijking van de performantie tussen verschillende ruimten mogelijk te maken, wordt deze frequentieafhankelijke waarde volgens ISO 717-1 [3.2] omgezet naar een 1-getalswaarde, nl. het gewogen gestandaardiseerd niveauverschil DnT,w(C,Ctr). Hierbij zijn C en Ctr correctiefactoren die bij de 1-getalswaarde worden opgeteld en rekening houden met de invloed van de frequentieinhoud (spectrum) van de bron op de geluidsisolatie: DnT,w+C geeft een indicatie over de performantie van de geluidsisolatie wanneer de bron een roze spectrum heeft (een veelvoorkomend frequentiespectrum), terwijl DnT,w+Ctr een indicatie geeft van de performantie bij verkeerslawaai (‘traffic noise’). Hoe hoger deze waarden, hoe groter de geluidsisolatie.
In de huidige Belgische NBN S 01-400 norm [3.3] wordt een eis voor minimaal luchtgeluidsisolatie tussen verschillende ruimten in WZC’s vastgelegd die overeenstemt met DnT,w>44dB. De Belgische norm is echter in revisie, en aangepaste eisen zijn bij de finalisering van de revisie van deze norm te verwachten. De hier en verder vermeldde waarden kunnen echter als minimale vereiste gezien worden.