Dementie en de gedragsmatige en psychologische symptomen

Dementie is een syndroom (dit is een geheel van symptomen) ten gevolge van verschillende progressieve aandoeningen, waarvan de meeste frequente de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie zijn. De gevolgen van dementie zijn vooral het verminderd cognitief functioneren, verminderde zelfredzaamheid en toenemende gedragsproblemen. Dementie heeft een grote impact op het dagdagelijks functioneren, het psychologische welzijn en de kwaliteit van leven van de persoon met dementie maar ook op diens naaste omgeving. De meeste ouderen met dementie wonen thuis, maar de mantelzorgers lijden niet zelden aan overbelasting. Een klein aantal ouderen met dementie verblijven in een WZC.

Dementie kenmerkt zich door een gefaseerd verloop met toenemende problemen op cognitief en functioneel vlak, waardoor voornamelijk in de laatste en ernstige fase van dementie een verhuis naar een WZC zich vaak opdringt. Tijdens een gewoon verloop van dementie treden vaak ook gedragsmatige en psychologische stoornissen op, de ‘behavioural and psychological symptoms of dementia’ (BPSD) genoemd. BPSD zijn vooral manifest aanwezig bij verder gevorderde dementie maar treden ook al op in de beginfasen van dementie. BPSD komen daardoor op een bepaald moment van de aandoening voor bij 80% van de mensen met dementie. De klinische presentatie van BPSD omvat: apathie, depressie, angst, wanen, hallucinaties, seksuele of sociale ongeremdheid, verstoring van de slaap–waak cyclus, agressie, agitatie. Sommige BPSD worden vaak in een cluster gezien. Meestal spreken we van vier clusters: de affectieve, psychotische, hyperactieve en apathische cluster.
Het Acusticare project richtte zich specifiek op agitatie, aangezien agitatie één van de meest problematische BPSD bij personen met dementie is, die erg moeilijk te beïnvloeden is [2.1].

Agitatie wordt gedefinieerd als ‘een ongepaste verbale, vocale of motorische activiteit die door de observator niet beoordeeld wordt als onmiddellijk gevolg van kennelijk aanwezige behoeften of verwarring bij de geagiteerde persoon’. Agitatie kan zich uiten door agressief en niet-agressief gedrag en komt in hoge mate (40% tot 60%) voor bij personen met dementie die in WZC verblijven. De symptomen van agitatie zijn onder meer: agressie, prikkelbaarheid, rusteloosheid en ijsberen. Deze symptomen zijn meestal geassocieerd met psychische nood en uitputting door emotionele stress en angst. De aanwezigheid van BPSD is sterk geassocieerd met een lagere levenskwaliteit van de oudere. Het effect van BPSD op de mantelzorger en de professionele zorgverlener is groot.