Net zoals de luchtgeluidsisolatie, geeft de contactgeluidsisolatie aan hoezeer het geluid verzwakt wordt tussen zend- en ontvangstruimte. De manier van geluidsopwekking verschilt echter, doordat één van de structurele elementen van het gebouw (vloer of wand) nu rechtstreeks geëxciteerd wordt, en het geluid zich via de structurele elementen van het gebouw voortplant. De bron maakt dus als het ware direct contact met de vloer of wand, bijvoorbeeld door stappen, springen, schuiven van meubilair over de vloer of door geklop op de muren.
Het gestandaardiseerd contactgeluidsdrukniveau, gedefinieerd in de ISO 16283-2 standaard [3.4], dient als maat voor de performantie van de contactgeluidsisolatie wanneer deze ter plaatse opgemeten wordt. De procedure om L'nT op te meten wordt beschreven in dezelfde standaard. Hierbij wordt, door middel van een klopmachine, de vloer van de zendruimte op verschillende plaatsen geëxciteerd. Dit is een toestel dat op herhaaldelijke wijze een aantal geijkte ‘hamertjes’ op de vloer laat vallen, en dit op een gestandaardiseerde en reproduceerbare manier. In de ontvangstruimte wordt dan het geluidsniveau gemeten dat, net zoals bij DnT, wordt gecorrigeerd voor de reflecties in de ontvangstruimte.
Bij deze manier van meten is het belangrijk om op te merken dat de klopmachine, naast het exciteren van de vloer, zelf ook een bron van luchtgeluid vormt. Wanneer de luchtgeluidsisolatie tussen zend- en ontvangstruimte te laag is, kan het dus zijn dat er tijdens de metingen een aanzienlijke bijdrage van luchtgeluid is, die de contactgeluidsisolatie schijnbaar negatief beïnvloedt. Dit is echter moeilijk of zelfs niet te vermijden bij in-situ metingen.
Het gestandaardiseerd contactgeluidsniveau L'nT is afhankelijk van de beschouwde frequentieband. Teneinde de performantie van verschillende situaties en opstellingen eenvoudig te kunnen vergelijken, wordt van deze parameter een gewogen 1-getalswaarde L'nT,w(Ci) afgeleid, zoals beschreven in de ISO 717-2 standaard [3.5]. Hierbij is Ci een correctieterm die bij de 1-getalswaarde L'nT,w kan opgeteld worden wanneer men het effect wil kennen van wandelen over de vloer.
In tegenstelling tot bij de luchtgeluidsisolatie, die bepaald wordt door het verschil in geluidsniveau tussen zend- en ontvangstruimte, is de contactgeluidsisolatie gebaseerd op een meting van het geluidsdrukniveau in de ontvangstruimte alleen. Hier geldt dus: hoe lager deze waarde, des te beter is de contactgeluidsisolatie tussen beide ruimtes. De maximale waarde voor het contactgeluidsniveau in WZC’s wordt door de Belgische NBN S 01-400 norm vastgelegd op een niveau dat overeenstemt met L'nT,w<61dB [3.3].